Samenvattend verslag van het Noordzeeoverleg | 08-03-2023

30-03-2023
519 keer bekeken

Het samenvattende verslag met daarin de uitkomsten van het tweede Noordzeeoverleg van 2023.

Opening en verslag

Zoals de Noordzeeoverleg leden al eerder per mail hebben vernomen, is de Voorzitter vandaag wegens persoonlijke omstandigheden verhinderd. De plaatsvervangend voorzitter geeft aan dat als de Voorzitter er was geweest, zij stil zou hebben gestaan bij het feit dat het vandaag Internationale Vrouwendag is.

De plaatsvervangend Voorzitter staat kort stil bij de benoeming en personele wisselingen die recent hebben plaatsgevonden. Het verslag van de vorige vergadering wordt vastgesteld en de acties uitgevoerd.

Mededelingen / actualiteit

  • Voor de jaarlijkse Noordzeeoverleg-evaluatie zijn alle gesprekken gevoerd en op dit moment wordt de laatste hand aan het document gelegd. De jaarlijkse Noordzeeoverleg-evaluatie wordt de komende weken afgerond en met een toelichting voorgelegd aan het Noordzeeoverleg van april.
  • EZK geeft een toelichting betreft de stand van zaken EU verordening Renewable energy. De noodverordening, die in Brussel in een zeer hoog tempo is aangenomen, geldt voor een periode van 18 maanden met een optie tot verlenging van 16 maanden en is dus tijdelijk. Deze verordening voorziet in energieprojecten op land maar raakt het Noordzeeoverleg via twee artikelen namelijk; artikel 2 en artikel 6. Art. 6 heeft als doel om onder bepaalde voorwaarden vrijwaringen met betrekking tot soortenbescherming onder de vogel- en habitatrichtlijnen te kunnen verlenen. Echter, omdat de implementatie hiervan in Nederland 12 maanden duurt, terwijl de verordening 18 maanden van kracht is, is ervoor gekozen het artikel niet te implementeren gezien de geringe tijdswinst.
  • Het gesprek van Staatssecretaris Vijlbrief met Voorzitter en NGO’s heeft helaas niet plaatsgevonden. Er wordt op dit moment gezocht naar een nieuwe datum.
  • De Europese Commissie heeft een actieplan gepresenteerd voor beschermde gebieden. In februari is de Tweede Kamer geïnformeerd over de Nederlandse inzet voor de Europese Biodiversiteitsstrategie (EBS). Een onderdeel van de EBS is het verbieden van bodemberoerende visserij in beschermde gebieden. Hier vallen zowel de Natura2000 als de KRM gebieden onder, welke gezamenlijk zullen optellen tot 30% beschermd gebied. Het Kabinet zal hier, in overleg met de verschillende sectoren, een standpunt op formuleren en deze over een aantal weken naar de Kamer sturen. De plaatsvervangend Voorzitter stelt voor, omdat de ontwikkeling vanuit de Europese Commissie de doelstellingen van het NZA raken, hier tijdens een volgend Noordzeeoverleg langer bij stil te staan.
  • Tijdens het vorige Noordzeeoverleg is door LNV aangekondigd dat vanaf 8 maart 2023 de EU maatregelen voor beschermde gebieden geïmplementeerd zullen worden. Deze zijn inderdaad sinds vandaag van kracht. De EU maatregel wijkt af van de uitvoeringsmaatregel voor het Friese Front zoals afgesproken in het NZA. Het Rijk/LNV zegt dat het NZA leidend is en dat wijzigingen worden doorgevoerd om het in lijn te brengen met het NZA.
  • EZK licht toe dat eind maart de conceptregeling voor de tender IJmuiden Ver gepubliceerd zal worden voor kavels 1 t/m 4, welke in totaal optellen tot 4GW. Belanghebbenden, o.a. Noordzeeoverleg leden, zullen worden gevraagd deel te nemen aan de informele consultatie. De hoofdvraag die ligt is het zo duidelijk mogelijk opstellen van de criteria voor de vergelijkende toets. De regelingen zullen de criteria ecologie, circulariteit, IMVO, systeemintegratie en veiligheid opnemen.
  • De Vogelbescherming geeft ter transparantie aan dat het een bezwaarprocedure is gestart tegen de verlenging van de beheerplannen voor de Noordzeekustzone, Deltawateren en meer. Volgens hen moet een volledige toets plaatsvinden voor activiteiten zoals staandwantvisserij. Dan zou de vergunningplicht van toepassing moeten zijn.

Proces van de Partiële herziening Programma Noordzee (PH PN).

Scopebepaling Partiële herziening

In het Programma Noordzee 2022-2027 zijn windenergiegebieden aangewezen voor de periode tot 2030-2031. Tevens bevat het Programma Noordzee de aankondiging van een Partiële Herziening waarin windenergiegebieden zullen worden aangewezen voor de periode 2031-2040. De ambities voor de energietransitie zijn sindsdien fors uitgebreid: in 2040 zullen we naar 50 GW moeten groeien en in 2050 naar 70 GW. De eerste stap is om politiek vast te stellen wat het ambitieniveau is, om welke gebieden het gaat, welke scope het beslaat en in welk tijdpad dit gerealiseerd moet worden. Binnenkort zal hier politieke besluitvorming over plaatsvinden. In het Noordzeeoverleg is er de gelegenheid om te informeren en te reflecteren. Vanuit de vertegenwoordigers van de verschillende sectoren zijn opmerkingen en feedback gekomen betreft de scopebepaling van de Partiële herziening. Vanuit de voorzitter van het Noordzeeoverleg zal aan de ministers een reflectie meegegeven waarin deze opmerkingen zullen worden meegenomen.

Cumulatieve berekeningen in de Partiële Herziening (Verkenning Ecologische Cumulatieve Impact, VECI)

Het Rijk/IenW heeft het voornemen om bij de PH PN, in de fase van het aanwijzen van windenergiegebieden, gebruik te maken van VECI (= meer kwalitatieve inschatting van cumulatieve ecologische effecten) in plaats van het huidige KEC (Kader Ecologie en Cumulatie = meer kwantitatief). De kwantitatieve KEC berekeningen, zoals in het NZA aangegeven, worden later in het proces uitgevoerd. Ter verduidelijking is aangegeven dat het één het ander niet zal vervangen, maar dat het een pragmatische manier is om van grof naar fijn te werken. Het Noordzeeoverleg gaat mee in de voorgestelde lijn van het Rijk, om op een cumulatieve wijze (empirische) inzichten een plek te geven in de aanwijzing van windenergiegebieden waarbij gestuurd wordt op een goede milieutoestand en natuurversterkende maatregelen. Echter, met de nadrukkelijke toezegging van het Rijk dat de VECI geen vervanging is van het KEC, maar een noodzakelijke tussenstap om op een pragmatische manier van een kwalitatieve inschatting van ecologische effecten tot een kwantitatieve berekening te komen. Vanuit de voorzitter van het Noordzeeoverleg zal aan de ministers een reflectie worden meegegeven waarin de opmerkingen van de deelnemers van het Noordzeeoverleg zullen worden meegenomen.

Noordzeeoverleg strategische bijeenkomst van 19 januari 2023

Voor de reflectie op de strategische sessie van 19 januari 2023 in Utrecht zijn bijgevoegd het verslag van deze Noordzeeoverleg-vergadering en een memo van de voorzitter. Overeenkomstig het voorstel zal het Noordzeeoverleg verder werken.

Uitvoeringsagenda NZA / mijlpalen Noordzeeoverleg

Het Noordzeeoverleg heeft eerder bepaald dat de uitvoeringsagenda NZA open zou staan voor inbreng voordat deze ter vaststelling aan het Noordzeeoverleg van 8 maart zou worden aangeboden. De uitvoeringsagenda is een “levend” document dat een paar keer per jaar een update krijgt en opnieuw aan het Noordzeeoverleg wordt aangeboden. De uitvoeringsagenda is op kleine tekstuele wijzigingen die in lijn zijn met het NZA vastgesteld. Tijdens het volgend Noordzeeoverleg zullen deze tekstuele wijzigingen gedeeld worden. 

Kamerbrief Ruimtelijke inpassing mijnbouw en windenergie op zee

Het Rijk/EZK heeft op hoofdlijnen de kamerbrief Ruimtelijke inpassing mijnbouw en windenergie op zee toegelicht. Er zijn verschillende knelpunten, en daarom is er behoefte aan meer sturing. In het voorjaar beoogt men een brief aan de Kamer te sturen met uitgangspunten. Het Noordzeeoverleg is gevraagd om inbreng en aandachtspunten mee te geven voor de verdere uitwerking van de Kamerbrief die in mei naar de Kamer zal worden gestuurd. Het gaat hier specifiek om de energietransitie en daarmee de ruimtelijke knelpunten tussen mijnbouw en wind op zee. Het grootste ruimtelijke knelpunt ligt op dit moment bij de interactie tussen windparken op zee met hoge windturbines en de helikopter bereikbaarheid met de daarbij horende richtlijn van 5 nautische mijl afstand rondom een platform, wat neerkomt op ruimte (ca. 270km2) waar ca. 2,7 GW windenergie op zee geplaatst zou kunnen worden. Hierover gaan de verschillende energiesectoren en het Rijk met elkaar in gesprek.

Andere transities op de Noordzee zijn hier niet in meegenomen. Men komt overeen dat erkend moet worden in de Kamerbrief dat naast de ruimtelijke inpassing mijnbouw en windenergie op zee er een bredere transitie opgave is en dat dit dus onderdeel is van bredere context.

Noordzeeoverleg werkgroepen

Beschermde gebieden

De Noordzeeoverleg werkgroep is niet bijeen gekomen.

Op 22 februari heeft een gesprek plaatsgevonden tussen de voorzitter en vertegenwoordigers uit de visserij en de NGO’s over de brandbrief van de visserij en de ontwikkeling ten aanzien van de beschermde gebieden, met inbegrip van de recente Europese besluitvorming over bodemberoerende visserij in Nederlandse beschermde wateren. De visserij zal binnen het cluster zich gaan voorbereiden op de in te nemen positie.

Op 28 maart komt de werkgroep bijeen om verder te spreken over de implementatie van het NZA. Het Noordzeeoverleg secretariaat stelt ten behoeve van de werkgroep een notitie op.

Energie en Infrastructuur

De werkgroep kwam op 21 februari bijeen.

Er zijn tussentijdse werkafspraken opgesteld ten aanzien van de NZA artikelen over bovenwettelijke Best Beschikbare Technieken (BBT). De tussentijdse afspraken voor mijnbouw infrastructuur zijn vastgesteld in dit Noordzeeoverleg. In het volgend Noordzeeoverleg zullen de tussentijdse werkafspraken voor de infrastructuur ten aanzien van windenergie op zee op de agenda staan met als doel deze vast te stellen. De volgende vergadering van de werkgroep is op 30 maart.

Gebiedspaspoorten en medegebruik

De werkgroep kwam op 15 februari bijeen. In deze bijeenkomst is informatie gedeeld over passieve visserij binnen windparken en de ruimtelijke ordening op zee, gerelateerd aan NZA artikel 4.1 De werkgroep legt geen concept conclusies voor aan deze vergadering van het Noordzeeoverleg. De volgende vergadering is op 29 maart, waarin o.a. de vier vragen gesteld door IenW aan de werkgroepleden voor 4.1 behandeld zullen worden.

Voedseltransitie

De werkgroep voedseltransitie kwam op 7 maart bijeen. In het Noordzeeoverleg vindt een terugkoppeling plaats. De volgende vergadering van de werkgroep is op 30 maart.

Overig

Met verwijzing naar het Noordzeeoverleg van 1 februari zou er op 6 maart een gesprek plaats vinden over de kosten van scheepvaartveiligheid. Dit naar aanleiding van de NWEA brief (gevoegd bij de stukken van het Noordzeeoverleg van 1 februari). Dit gesprek heeft niet plaatsgevonden. Hier wordt een nieuwe afspraak voor ingepland.

Rondvraag ter afronding

NWEA verzoekt om het ‘Aberdeen rapport’ met onderzoek naar aanvaringen van vogels met windturbines in het Noordzeeoverleg te agenderen. Dit ver zoek zal worden besproken in de agendacommissie.

Presentatie

Op voorstel van Element NL zijn de resultaten van het North Sea Energy Programma over systeemintegratie gepresenteerd.

Afbeeldingen

Bekijk ook

Cookie-instellingen